Experimenten voor thuis!

Experimenten doen bij Junior Technovium is natuurlijk heel erg leuk… Maar thuis kun je ook veel! Hier hebben we 7 leuke experimenten die je thuis kunt doen.

Let wel op! Bij sommige experimenten is het nodig dat je ouders meehelpen. Veel plezier!

👩‍🔬 Experiment 1: De tornado

Je kunt natuurlijk geen echte tornado maken, want dat is levensgevaarlijk. Maar je kunt wel een draaikolk maken die lijkt op een tornado. Hoe doe je dat?

Let op! Bij dit experiment kun je nat worden! Zoek dus een goede plek waar je dit experiment kunt uitvoeren.

👉 Dit heb je nodig:

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten.

  • 2 lege frisdrankflessen
  • carrosseriering M8 (te koop bij ijzerhandel of bouwmarkt)
  • breed plakband
  • water
  • 15 minuten

👉 Aan de slag!

STAP 1: Draai de doppen van de flessen

STAP 2: Vul 1 fles met water, tot ongeveer 5 centimeter onder de rand

STAP 3: Leg de ring op de fles met water

STAP 4: Zet de lege fles ondersteboven op de fles met de ring

STAP 5: Plak de flessen stevig aan elkaar. Wat denk je dat er gaat gebeuren als je de flessen omdraait?

STAP 6: Keer de flessen om! Wat gebeurt er?

STAP 7: Draai het water in de bovenste fles rond. Wat zie je nu gebeuren? Hoe denk je dat dit komt?

STAP 8: Nog meer effect? Doe dan wat glitters bij het water, of een beetje kleurstof!

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Als je de flessen omdraait, dan zit het water boven en de lucht onderin. Het water wil naar beneden stromen en de lucht wil omhoog gaan. Maar als water en lucht boven elkaar zitten, kunnen ze moeilijk tegelijk door een klein gat. Als je het water ronddraait ontstaat er een draaikolk. Het water wordt tegen de buitenkant aan gedrukt en de lucht zit in het midden. Zo kunnen ze naast elkaar door het gat gaan: het water stroomt naar beneden en de lucht gaat omhoog.

Lucht heeft een kleinere dichtheid (massa / volume) dan water. Daardoor wil lucht in water naar boven gaan en water in lucht naar beneden stromen.

Aan het begin van het proefje zit het water in de onderste fles en de meeste lucht in de bovenste fles. Als je de flessen alleen omkeert, dan gebeurt er weinig. Het water en de lucht zitten boven elkaar en willen eigenlijk van plek wisselen, maar dat lukt niet zomaar door het kleine gat tussen de flessen.

Als je de flessen ook ronddraait, dan ontstaat er een kracht die het water tegen het plastic van de fles slingert. Deze kracht noem je een middelpuntvliedende kracht (centrifugale kracht). Hierdoor ontstaat een draaikolk met lucht in het midden en water tegen de zijkant van de fles. Het water kan aan de rand van het gat tussen de flessen naar beneden stromen en de lucht kan tegelijkertijd in het midden van het gat omhoog gaan.

Je kunt het proefje ook zonder een carrosseriering doen, maar dan stroomt het water veel sneller van de ene naar de andere fles en kun je de draaikolk minder goed bekijken.


👩‍🔬 Experiment 2: Lek… of toch niet?

Lek maar toch weer niet… Huh?! In dit experiment ga je dat ontdekken! Lees goed en doe dit lekker buiten in je tuin of op je balkon.

👉 Dit heb je nodig:

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten.

  • Afsluitbaar plastic zakje
  • Potloden met scherpe punten
  • Water
  • Eventueel een watervaste stift

💪 De uitdaging

Wie kan de meeste potloden door het zakje steken zonder dat het gaat lekken?

👉 Aan de slag!

STAP 1: Schrijf op je zakje de datum van je experiment en als je wil, je naam en vul het dan met water:

STAP 2: Houd het zakje omhoog en steek er een potlood door en dan de volgende…

STAP 3: Krijg je het ook voor elkaar om een derde potlood door het zakje te steken? En de vierde, vijfde?

TIP: Als je het zakje niet wilt blijven vasthouden kun je misschien knijpers of zo’n kledinghanger met van die klemmen gebruiken (waar je broeken en rokken aan kan hangen).

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Ook al maak je een gat in het zakje, het water loopt er niet uit. Dat komt doordat het potlood als een soort stop werkt en de eigenschap van het plastic flexibel is en zich om het potlood vormt. Probeer eens uit, wat kan er nog meer door het zakje gestoken worden? Vraag je af wat er zal gebeuren. Hoe werkt dit met een papieren zak? Etc.


👩‍🔬 Experiment 3: Een glas op z’n kop!

🤔 Kan je een glas water omdraaien zonder dat het water uit het glas stroomt?

Let op! Dit experiment moet je doen met een volwassene erbij. Kies een veilige plek uit, bijvoorbeeld buiten.

👉 Dit heb je nodig:

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten.

  • Glas
  • Water kaart groter als de opening van het glas (liefst stevig papier of karton – ansichtkaart)

👉 Aan de slag!

Stap 1: Vul het glas water tot aan de rand toe vol

Stap 2: Leg het karton erop.

Stap 3: Hou je hand op het karton en draai het glas om

Stap 4: Haal nu je hand van het karton

Wat gebeurt er?

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Als het goed is, dan blijft het karton aan het glas plakken… en lekt er dus geen water uit het glas!

Lukt het niet meteen? Probeer dan het karton eerst een beetje nat te maken. Het experiment werkt omdat er geen lucht bij of uit het glas kan.

Hier wordt het goed uitgelegd!


👩‍🔬 Experiment 4: Vliegen!

Door lucht snel en met kracht uit een opening te laten stromen, kun je een voorwerp laten bewegen. Bij vliegtuigen of raketten gebruiken we daarvoor een straalmotor. Gewoon thuis kun je dat nadoen met een ballon!

👉 Dit heb je nodig:

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten.

  • 3-5 meter touw (liefst glad touw)
  • Rietje
  • Verschillende soorten ballonnen
  • Schaar Wasknijper
  • Plakband
  • 2 stoelen

👉 Aan de slag!

Stap 1. Haal de draad door het rietje

Stap 2: Maak ieder uiteinde van de draad vast aan een stoel.
Zet de stoelen zo ver van elkaar dat het draad strak staat

Stap 3: Blaas nu de ballon op en gebruik een wasknijper om de ballon dicht te houden

Stap 4: Plak het rietje met plakband vast aan de ballon

Stap 5: Test nu je raket!
Trek de ballon naar een van de stoelen. De opening van de ballon moet wijzen naar de stoel waar je begint. Haal de wasknijper van het tuutje. Wat zie je gebeuren?

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Zodra je de wasknijper van de ballon haalt, loopt de ballon met kracht leeg. Deze lucht blaast naar achteren. Dat noemen we stuwkracht. Daardoor ‘zet de ballon zich af’ en beweegt deze vooruit.

Kun je jouw raket nog sneller laten vliegen door er iets aan te veranderen? Denk bijvoorbeeld aan: de vorm van de ballon, het verder of minder ver opblazen van de ballon, de plek waar je de ballon vastmaakt aan het rietje of de lengte van het rietje.


👩‍🔬 Experiment 5: De choco-test

Chocolade over? Doe de chocotest!

Al te veel chocolade gegeten? Gebruik dan een beetje om te kijken waar de chocolade uit bestaat!

👉 Dit heb je nodig:

  • Drie glazen
  • 3 verschillende soorten chocolade (of chocolade eitjes). Bijvoorbeeld: puur, melk- en witte chocolade
  • Theelepel
  • Heet water uit de kraan
  • …en een beetje geduld 😀

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten.

👉 Aan de slag!

  • Vul de glazen met heet water
  • Doe de eitjes in elk glas, en roer deze door totdat de chocolade is opgelost.
  • Wacht nu tot het is afgekoeld

Wat zie je? En durf je het te proeven?

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

  • Pure chocolade bestaat uit cacaopasta, cacaoboter en suiker.
  • Melkchocolade bestaat uit cacaopasta, cacaoboter, suiker én melkpoeder.
  • Witte chocolade wordt gemaakt van cacaoboter, suiker en melkpoeder.

In het hete water smelt de chocolade. Bij het afkoelen ontstaan er twee of drie lagen: vaste stukjes op de bodem, een waterlaag en een vetlaag. De vetlaag drijft op de waterlaag. Op de bodem van het glas liggen de stukjes die niet oplossen in water of vet. In het water is de cacaopasta, suiker en melkpoeder opgelost. En in de bovenste laag zitten de vetten uit de cacaoboter en de melk. Hoe dikker de vetlaag, hoe vetter de chocolade is.

Doordat de verschillende soorten chocolade uit verschillende ingrediënten gemaakt zijn, zie je dus in ieder glas andere lagen.


👩‍🔬 Experiment 6: Nieuwe longen

Veel mensen zijn nu ziek door het Corona virus, waarbij ze dan
ook last hebben van de longen en te weinig zuurstof opnemen.
Een lichaam heeft zuurstof nodig. Zo krijg je energie. Zuurstof komt in je longen als je ademhaalt en daarna in je bloed. Je hart pompt het zuurstof door je lijf heen. Met dit proefje zie je hoe een long ademhaalt!

👉 Dit heb je nodig:

Verzamel eerst deze spullen, voordat je met de opdracht aan de slag gaat. Misschien heb je het al thuis! En anders kun je het op de boodschappenlijst zetten:

  • Een lege fles
  • Een schaar
  • Een mesje
  • Twee balonnen
  • Een rietje
  • Een elastiekje
  • Een stukje klei

👉 Aan de slag!

STAP 1. Knip de onderkant van de fles af.

STAP 2: Leg een knoop in het tuitje van de ballon. Knip de andere kant van de ballon af.

STAP 3: Span de ballon over de onderkant van de plastic fles die nu opengeknipt is. De tuit moet aan de buitenkant zitten.

STAP 4: Stop een rietje in de tuit van een tweede ballon. Stop een elastiekje om de rand heen om deze ballon goed op zijn plek te houden.

STAP 5: Duw deze tweede ballon met het rietje in de fles. Laat het rietje een stuk uitsteken.

STAP 6: Plak de bovenkant van de fles dicht met kneedgum. Als alles goed is ziet het er dan zo uit:

STAP 7: Trek voorzichtig aan de ballontuit aan de onderkant van de fles. Wat zie je?

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Als je aan de ballon aan de buitenkant trekt, komt er meer lucht en ruimte in de fles. De lucht stroomt door het rietje bij de ballon in de fles naar binnen. Deze zet uit om de ruimte op te vullen. Laat je de buitenste ballon los, dan krimpt de ballon weer. Hij loopt leeg. Je longen doen precies hetzelfde als ze in- en uitademen!

Je ademt door je neus of mond zuurstof in. Via je keel en luchtpijp komt dit bij je longen terecht, zoals het rietje in dit proefje. Je longen worden gevuld met nieuwe lucht, net als de ballon in de fles. Je middenrif, het stuk buik onder je longen, beweegt op een neer. Hierdoor krijgt je borst ruimte en daarmee ook je longen. Dit werkt hetzelfde als de buitenste ballon in deze proef.

👩‍🔬 Experiment 7: Vuurwerk in een potje

In dit experiment ga je zelf vuurwerk maken in een potje. Dit vuurwerk knalt niet en is helemaal veilig, maar ziet er wel mooi uit!

👉 Dit heb je nodig:

  • Glazen potje of drinkglas, gevuld met warm water (niet helemaal vol)
  • Kom
  • 3 el olie (maakt niet uit wat voor soort)
  • Kleurstof – het liefst meerdere kleuren

👉 Aan de slag!

STAP 1: Doe 3 eetlepels olie in een kommetje.

STAP 2: Voeg ongeveer 10 drupjes kleurstof aan de olie toe. Het leukste is om meerdere kleuren te gebruiken.

STAP 3: Roer voorzichtig een paar tellen met een vork om de grote oliedruppels op te breken in kleinere bolletjes. Doe dit niet te lang, want de kleurstoffen moeten niet met elkaar mixen.

STAP 4: Giet het mengsel in het potje met warm water.

STAP 5: Kijk wat er gebeurt. Het kan even duren, maar op den duur zal de kleurstof uit de olie in het water zakken en mooie sporen achterlaten!

👩‍🏫 Hoe kan dat nou?

Kleurstof lost op in water, maar olie niet. Watermoleculen hebben een hogere dichtheid dan olie. Dit betekent dat olie lichter is dan water en zal blijven drijven. De kleurstof is zwaarder dan de olie en zinkt. Zodra de kleurstof het water raakt, begint het op te lossen in het water. Dit ziet er uit als een mini-explosie.